donderdag 30 juli 2015

meubelmakers

Onderschrift 2: In een grote werkplaats waar zeker wel een tiental mannen bezig waren, werden kasten en deuren gemaakt. De zaagmachines maakten een geweldig lawaai en het zaagsel zorgde voor enorm veel stof. Te midden van alle lawaai en bedrijvigheid stond een klein geitje. Maar dat wilde ik niet tekenen. Mijn oog was gevallen op de jongeman die de kasten opschilderde. Later toen ik terugkwam met een kopie van de tekening, dacht de jongen dat hij ervoor moest betalen. Hij was helemaal beduusd dat hij zoiets zo maar kreeg. Maar ik vind: voor wat hoort wat. (Fes 56)

Houtbewerkers

Onderschrift 1: Vlakbij de Bab Guissa in Fes bevinden zich de houtbewerkers. Deze woest uitziende man freesde stukjes hardhout in de deuropening van zijn ondiepe miniwerkplaats. De gemodelleerde stukjes hout, werden in een andere werkplaats in elkaar gezet tot ze een rasterwerk vormden. Het rasterwerk wordt vervolgens ergens anders verwerkt in een meubelstuk of Mashrabeia. Ik moest hem vanaf de straat tekenen met druk pakezel verkeer achter mijn rug. Zijn buurman, die frisdrank, thee en kruidenierswaren verkocht, leende mij een krukje. (Fes 51)

woensdag 29 juli 2015

In de Soek gemaakt

Het Simulacrum toerisme waar mijn reizen door Marokko onder vallen, is erg populair geworden in het nieuwe Millennium. Alles moet hierbij ‘echt’ lijken en traditioneel zijn van de tegels in de ‘en suite’ badkamer tot de sprei op het bed. Het merkje ‘made in China’ is uit den boze. De Kasba des Arts in Agdz is de voormalige residentie van de lokale hoofdman nu bewoond door zijn kleinzoon die het met plaatselijke bouwvakkers die traditionele technieken gebruikten, liefdevol heeft gerestaureerd en gemoderniseerd. Dat heeft hem 8 jaar gekost en nog is niet alle werk gedaan. Bij ons zou dat ‘onrendabel’ heten. In Moulay Idriss heeft de Engelse eigenaresse veel moeite gedaan om haar Dar alle moderne gemakken te geven zonder dat de oude structuren en charmes sneuvelden. En dat is best moeilijk, want om het vereiste sanitair een plaats te geven moet er vertikaal heel wat gebroken worden. Dar Imlil in Imlil is daarom helemaal nieuw gemaakt uit plaatselijke materialen dat het uiterlijk heeft van ‘oud’. Alleen de televisie en de fittingen zijn ‘mass produced’ in deze onderkomens. De rest is om de hoek in de Soek gemaakt. Deze trend zet zich nog verder voort in de eco-hotels waar ook het eten strikt lokaal wordt geproduceerd en er ‘verantwoord’ met water wordt omgegaan. Al deze vertruttende modes hebben er wel voor gezorgd dat de Soeks niet helemaal zijn veranderd in goedkope koopgoten van importartikelen, maar dat er nog een echte werkeconomie is. Onderschrift: mijn kamer in de Dar Bague de Kenza in Fes: om de hoek gemaakt 49 Fes ‘14

dinsdag 28 juli 2015

De economie volgens Ibn Khaldoun

Ibn Khaldoun heeft als eerste economie gedefinieerd. Volgens hem bestaat economie uit een serie processen die waarden aan iets toevoegen. Een grondstof is niets waard als je er niets van kan maken. Het moment dat het ingezet wordt voor een doel, wordt het met iedere stap waardevoller. Hoe meer werk en vaardigheid worden toegevoegd aan technieken en ambachtelijkheid hoe hoger de waarde van het uiteindelijke product. Werk ligt daarom altijd aan de basis van waarde en wordt dusdanig beloond. Soeks zijn niet alleen de plaatsen waar producten gemaakt en verhandeld worden, maar er worden ook vaardigheden en technieken ontwikkeld en overgeleverd. Dat is hoe de economieën in de Islamitische wereld werkten. Onze economie daarentegen heeft speculeren op consumentengedrag als leidend principe en werk is slechts de ethische component van het consumeren. ‘Onze’ economie is inmiddels wereldomvattend. Dat is vooral zichtbaar in de textielsoek van de grote Medina’s waar goedkope massaal geproduceerde merkkleding de stoffen zaken en kleermakers heeft verdrongen. Het begon allemaal in de negentiende eeuw met ‘handelsverdragen’ tussen koloniale wereldmachten en lokale heersers. Hierbij kreeg de heerser westerse techniek in ruil voor een afzet gebied voor grote hoeveelheden goedkope westerse prullen. Deze consumptieartikelen drukten de producten die in de plaatselijke werkplaatsen gemaakt werden weg. In ruil daarvoor kreeg het land een spoorweg, wapens en werkeloosheid gerelateerde armoede. In Marokko waar nog veel waarde wordt gehecht aan traditionele kleding en inrichting, gaat het verdringen van de ‘werk’ economie door de ‘consumptie’ economie niet zo snel als in andere landen in de Islamitische wereld. Paradoxaal genoeg helpt het toerisme hierbij een handje. Onderschrift Ook in Marrakesh worden de jobjes in de Medina door kleine bedrijfjes gedaan (61 Marokko)

maandag 27 juli 2015

De soek

De oorsprong van de Soek zijn festivals die periodiek gehouden werden ter ere van deze of gene. Gedurende het festival werden eventuele vijandigheden stopgezet. Dat gaf ook handelaren gelegenheid om hun waren zonder gevaar aan te bieden. De komst van karavanen was eveneens rede voor een Soek. De originele Soek was in de open lucht op een vlakte buiten de bebouwing. Ze werd op vaste dagen gehouden: wekelijks, maandelijks of soms jaarlijks. Op het Marokkaanse platteland is dat nog steeds het geval. Handelaren met wie we op de woensdagse Soek in Tafroute hadden onderhandeld zagen we op de zaterdagse Soek in Sidi Ifni weer terug. Soms was de wekelijkse Soek er al voordat het dorp ernaast ontstaan is. In dat geval heet het dorp naar de dag waarop de Soek gehouden wordt. In de grote steden bestaat de Soek uit permanente werkplaatsen en winkelstallen en hebben de waren eigen straten: bijv. de juwelierssoek, de textielsoek. Om de zon buiten te houden, worden deze straten overspannen met doeken, latten of gemetselde structuren. De prijs van de handelswaar hangt af van wat ervoor geboden wordt. De koper bedenkt wat hij vindt dat het waard is, en hoeveel hij er voor wil geven. Dan gaat hij daar ver onder en biedt dat aan. De verkoper daarentegen plakt minstens 200% bovenop wat hij ervoor betaald heeft en gaat daarvan uit. En dan begint het loven en bieden. Bij duurdere waren kan het onderhandelen uren duren en is niet gespeend van drama. Persoonlijke omstandigheden worden erbij gehaald en veel thee wordt geschonken. Maar als men serieus in onderhandeling gaat, wordt ook verwacht dat er gekocht wordt. Onderschrift: In de zaterdagsoek van Sidi Ifni zijn de snuisterijen van sub-Sahara handelaren zeer in trek. (54 Marokko ZW)

zondag 26 juli 2015

Deel 3 Het ambacht als drijfveer van de economie

1 De soek (33 54 Marokko ZW) 2 De economie volgens Ibn Khaldoun (34 61 Marokko) 3 In de soek gemaakt (35 49 Fes) 4 Houtbewerkers, schilders en wevers (36 51 Fes, 37 56 Fes, 38 52 Fes) 5 Leerbewerkers (39 47 Marokko ZW, 40 61 Fes, 41 21 Marokko ZW) 6 Kleermakers (42 59 Marokko, 43 39 Moulay Idriss) 7 Bakkers (44 36 Moulay Idriss, 45 37 Moulay Idriss, 46 47 Meknes) 8 Klaargemaakt voedsel (47 28 Marokko ZW) 9 Koks (48 10 Marokko, 49 62 Fes, 50 05 Tanger) 10 Gastheerschap (51 12 Marokko, 52 25 Marokko, 53 07 Tanger) 11 De tajine (54 11 Marokko) 12 Aardewerk (55 49 Marokko) 13 De bouwvak ( 56 57 Fes, 57 42 Marokko, 58 38 Moulay Idriss) 14 Daken, deuren, plafonds en decoratief smeedwerk (59 55, 60 45, 61 20, 62 37 Marokko) 15 Cooperatives Feminin (63 44 Marokko) 16 Arganolie (64 50 Marokko ZW) Onderschrift: Marrakesh: Bahijah maakt envelopjes van deeg gevuld met amandelspijs. Veel vrouwen maken ze thuis voor de verkoop (32 09 Marokko)

zaterdag 25 juli 2015

Deel 2 Verhalen die verteld werden terwijl ik tekende

1 De Berbers (22 Marokko ZW) 2 De Sahara (29 Marokko) 3 De zegen van regen (43 Marokko) 4 Khettara’s (40 Marokko) 5 Bert Flint een Groninger in Marrakesh (41 Marokko) 6 Over Slaven (28 Marokko) 7 Joden (49 Marokko ZW) 8 De herinnering (37 Marokko ZW) 9 Het Frans (03 Tanger) 10 Arabieren, Arabisch en Arabisering (11 Tanger) 11 Mens en dier (22 Rifgebergte) 12 De kat (53 Fes) 13 De ezel (14 Marokko) 14 Kameel of dromedaris (26 Marokko) 15 De arganboom (19 Marokko ZW) Onderschrift: Meisjes die water halen hebben veel te vertellen(13 Marokko ZW)

vrijdag 24 juli 2015

Deel 1 Wat ik tekenend ontdekte

1 Reizen naar een onbekend land (02 Heenreis) 2 Wat te verwachten (55 Marokko ZW) 3 Marokko verbeeld (02 Marokko ZW) 4 Marokko getekend (48 Meknes) 5 Reizen in het Simulacrum (06 Marokko) 6 De ligging van Marokko in de wereld (53 Marokko ZW) 7 Het Atlas gebergte (16 Marokko) 8 Bereikbaarheid (01 Marokko ZW) 9 Stad en platteland (56 Marokko) 10 De Medina (07 Marokko) 11 De Ville Nouvelle (06 Tanger) 12 Overnachten in Marokko (43 Meknes) 13 Islam (04a Marokko) 14 Islam en ik (34 Marokko) Onderschrift Als toerist een kijkje nemen in Marokko (05 Marokko ZW)

donderdag 23 juli 2015

De arganboom

Wij denderden naar beneden vanaf de Tizi-n-Test pas het stroomgebied van de Sous in en tegelijk was hij er: de argan. Ik had nog nooit zo’n boom gezien en moest meteen stoppen om te tekenen. Grafisch gezien is het een genot: zo zwart, zo grillig en zulke duidelijk zichtbare takken tussen het groen! Ik werd meteen verliefd. En de meer ik over de boom en zijn vruchten hoorde de meer ik onder de indruk raakte. De argan groeit meer dan een heester dan een boom en hangt lekker breed uit. Ze kunnen tot 200 jaar oud worden. Ze groeien in zure grond en de wortels gaan wel 60 meter diep op zoek naar water. In periodes van grote droogte, heeft men mij verteld, kan de boom in de slaapstand gaan. De bladeren lijken een beetje op die van de olijfboom, maar zijn veel groener. De bloei is in april waarna er zich eikelachtige noten ontwikkelen die pas na een jaar rijp zijn. De noten zijn bijzonder. Ze zijn omgeven door een schil. Onder de schil zit vruchtvlees en daaronder zit de harde noot. Maar in de noot zitten meestal tot 3 olierijke pitten. De kamelen eten de bladeren, de geiten de bladeren en de vrucht, maar kakken de noot weer uit. De mens is vooral geïnteresseerd in de pitten, want daarin zit de arganolie. Dus de door de geiten uitgekakte noten, zijn nog steeds waardevol voor de mens. In een gebied waar nauwelijks olijfbomen groeien, werd de argan vooral gebruikt voor het hout. Er werd bijvoorbeeld houtskool van gemaakt. Maar tegenwoordig is de vraag naar arganolie wereldwijd enorm toegenomen en mensen zijn de argan met andere ogen gaan bekijken. De toegenomen inkomsten door de olie hebben er echter voor gezorgd dat er in geitenkuddes werd geïnvesteerd met excessief grazen van de bomenbladeren tot gevolg. Onderschrift: Mijn eerste argan. Een geit reikt op naar de blaadjes, maar meestal zijn ze niet zo bescheiden en klimmen tot boven de boom in. 19 Marokko ZW

woensdag 22 juli 2015

Kameel oftewel Dromedaris

De dromedaris is een één bultige kameel. Door hun bijzondere eigenschappen kunnen deze dieren het lang zonder water en voeder uithouden in de zeer hete woestijn. In tegenstelling tot wat ik altijd dacht, slaat de kameel het vocht niet op in de bult maar in de maag. In de bult zit het vet op dat hem niet alleen in leven houdt, maar dat ook als airco dienst doet. De kameel kan in één keer enorm veel drinken en eten, maar zal een enkele plant of boom nooit kaal vreten. Ze eten van de acacia of, zoals Mohammed de Chauffeur hem noemde: Spike Tree vanwege de scherpe stekels. Ze hebben geen last van de stekels, want met hun lippen keuren ze ieder hapje zorgvuldig. Ook zijn kamelen verzot op de blaadjes van de argan die groeit in de Sous en de Anti-Atlas. Het dier werd al vanaf 4000 v C als lastdier in Arabië gebruikt en is vandaar uit via de zuidkant van de Sahara in Marokko gekomen. Als kuddedier functioneerde de kameel heel goed in de karavanen. Waar wel honderden kamelen tegelijk de waren vervoerden over de handelsroutes door de Sahara. De levens van de Berbernomaden en de kameel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden ondanks de opkomst van de auto en vrachtwagen. De kamelen vervoeren nog steeds de tenten en huisraad van de nomaden op de eeuwige trek tussen bergweiden en laagvlakte en weer terug. Tegenwoordig spelen ze een belangrijke rol in de toeristenindustrie als exotisch rijdier. Als je eenmaal vanuit Marrakesh de Hoge Atlas bent overgestoken zie je ze overal. Onderschrift: Deze kamelen met jonkies in de Draavallei hoeven even geen toeristen te vervoeren. Moeders voorpoten zijn met een touw aan elkaar gebonden, zodat ze niet kunnen gaan rennen, maar verder kunnen ze gaan en staan waar ze willen. 26

dinsdag 21 juli 2015

De ezel

Wat zijn de Medina’s zonder ezeltjes? Vooral in Fes zijn ze de kruiwagens van de Soek. Volgens mij was er ooit een bouwmeester die aangaf dat niet alleen de breedte van een beladen ezel de minimumbreedte van de straten van Fez moest zijn, maar dat ook de steilte graad niet meer mocht zijn dan wat een bepakte ezel aankan. Het luistert nauw, maar het gaat! In de Medina van Marrakesh waar de straten wel is waar minder nauw zijn , maar nog steeds niet geschikt voor gemotoriseerd vrachtvervoer, is de ezelkar populair. Voor allerlei lasten, waaronder bouwmaterialen, zijn ze onmisbaar. Bert huurde zo’n ezel met kar om onze bagage te vervoeren van de naar de taxistandplaats. De ezeltjes wonen met hun karretjes bij elkaar in stallen midden in de Medina. Ik moet ze daar nog altijd een keer tekenen. Op het platteland doen 4WheelDrive’s en Quad’s overal veel zand opwaaien, maar het echte vervoermiddel voor de moeilijk begaanbare bergpaden is nog steeds de ezel. Onderschrift: Deze ezel is geparkeerd in een ezelpoolplaats ergens in de Hoge Atlas. Die ochtend is vanuit de bergen iemand op de ezel naar beneden naar de grote weg gekomen. Hij of zij heeft zijn vervoersmiddel onder een eikje geparkeerd zodat de trouwe viervoeter schaduw en iets te knabbelen heeft. De reiziger is verder naar de markt of het werk gegaan in gemotoriseerd vervoer. Soms staan er wel vier of vijf ezeltjes op zo’n ezelpoolplaats. 14 Marokko

maandag 20 juli 2015

De kat

Overal waar ik neerstreek om te tekenen, zag ik katten een goed leven hebben. Oude bronnen vermelden dat Mohammed, de Boodschapper Gods, dol was op katten. Het lijkt erop dat de bewoners van Marokko zijn goede voorbeeld met overtuiging volgen. De meeste katten in de Medina leken bij een voordeur te horen en als ze onafhankelijke buurtbewoners waren, stond er ergens op een rustig plekje wel een hele rij etensbakjes voor ze klaar. Ook de dames-gebedsruimte in de buurt van het beroemde Jemaa El Fnaaplein in Marrakesh wordt door veel weldoorvoede poezen bezocht. Ik heb dan ook veel poezen getekend. In Tetouan waren alle dames poezen zwanger. Het was die tijd van het jaar… De Medina maakte zich op om één grote kraamkamer te worden. Bertje kwam met het nieuws: overal verschenen lege dozen met kranten gestoffeerd die in de deuren van winkeltjes en werkplaatsen werden gezet. Liefst bovenop een stoel of krat veilig van het ongedierte dat met de buik over de grond de stegen en gassen teisterde. Mij viel het pas echt op toen ik het dakterras van de buren zat te tekenen en aan de poes toe was die met het beetje schaduw meeverhuisde. Haar ronde witte buikje was bol rond van blijde verwachting. Maar er waren ook droevige taferelen. Een kat bijvoorbeeld die misgesprongen was, lag gemummificeerd en vergeten ergens hoog boven het stadse gedruis. Heb ik ook getekend, natuurlijk. Onderschrift: In Fes leven deze twee buurpoezen in een ongemakkelijke verhouding met elkaar 53 Fes

zondag 19 juli 2015

Mens en dier

De Marokkaans Nederlandse dichter Mustafa Stitou heeft een gedicht geschreven over zijn moeder en haar dieren toen ze nog op het platteland in Marokko woonden. De taal die moeder bezigt is de universele taal waarmee mensen eeuwig hun dieren hebben aangesproken en die de dieren begrepen. Luister maar: Moedertaal Mustafa Stitou Krksh Krksh Krkshkrksh Krksh (ooien, ooien, komen jullie?) (geiten, geiten, komen jullie?) gtshgtsh gtshgtshgtshgtsh gtsh gtshgtshgtshgtsh (kom je, koe? Haash haashhaash haash haash (Poes) bshbsh bshbsh bsh bshbshbsh (verlangde ze van de hond laat los loop weg snerpte ze) è-dèb! è-dèb-è-dèb! è-dèb! Onderschrift: Ik moest aan dit gedicht denken toen ik deze boerenvrouw bezig met haar koe zag; toevallig in het landschap dat ik zat te tekenen. Rifgebergte 22

zaterdag 18 juli 2015

Arabieren, Arabisch en de Arabisering

In de zeventiger jaren ging de Nederlandse regering te rade bij de Marokkaanse. Ze wilde de Marokkanen in Nederland ‘in hun eigen taal’ benaderen. In respons kregen ze in Den Haag hun teksten terug in het Arabisch. En zo werkte onze regering de Arabisering van de Berbers in de hand. Tot het tijdperk van de Grote Arabische Veroveringen gleden invloeden van buiten van de Berbers af als water van een eend. Zelfs de Romeinen konden geen blijvende indruk maken. Maar de Arabieren brachten iets dat na enige aarzeling de onafhankelijke Berbers in het hart raakte: Islam. Arabisch is de taal van de Islam. De Koran en de Hadith (de tradities) zijn in het Arabisch neergepend. In de loop van de tijd werd dit ‘klassiek’ Arabisch een aangeleerde taal speciaal gebruikt voor religieuze en juridische zaken. Zoals het Latijn tot recentelijk de taal van de katholieke kerk en de universiteiten was. Want tegen de tijd dat er aan de Sharia (het wetboek) gewerkt ging worden, was Arabisch allang niet meer de moedertaal van alle schriftgeleerden. Er is inmiddels een aanzienlijk verschil ontstaan in gesproken, geschreven en ‘klassiek’ Arabisch. De meeste landen in het Arabische taalgebied hebben een eigen ‘dialect’. Zo ook in Marokko. Na de onafhankelijkheid van de landen in de Maghreb is er bewust gekozen om de voertaal en de overheidstaal verder te Arabiseren ten koste van het Berbers en het Frans. Het lukte in de grote steden, maar door structureel analfabetisme is het maar gedeeltelijk doorgevoerd. Sedentaire Arabieren uit het oostelijk deel van de Middellandse Zee en Bedoeïen van het Arabisch schiereiland zijn in twee golven naar de Maghreb gekomen. De eerste golf waren de brengers van de Islam. Zij kwamen via Tunesië naar Marokko. Later zijn om politieke redenen meerdere stammen uit het huidige Jemen en Saöedie Arabië naar Marokko gehaald. Zij kwamen via de oost-west route door de Sahara. Nu nog wonen er mensen in de aanvliegroutes van de karavanen die zeggen af te stammen van Jemenitische Arabieren. Onderschrift: Als je als Marokkaan het Arabisch niet machtig bent, kan je in een kantoortje zoals deze brieven laten schrijven of formulieren laten invullen voor de officiële de instantie die er meestal naast is gevestigd. 11 Tanger

vrijdag 17 juli 2015

Het Frans

Zonder Frans kom je in Marokko niet weg. Frans is de taal die de mensen machtig zijn waarmee je als toerist te maken krijgt. Slechts een enkeling spreekt ook nog Engels. Bert die het Arabisch vloeiend beheerst, maar meer moeite met het Frans heeft, kon niet altijd met alleen Arabisch terecht. Dat lijkt een contradictio in terminis, maar niet alleen wordt er een Marokkaans dialect van het Arabisch gesproken, het Frans beslaat ook het middengebied tussen de geletterde gearabiseerde Marokkanen en de mensen die niet kunnen lezen of schrijven. Officieel was de Franse invloed niet van lange duur (1912-1956), maar het heeft op het openbare leven een duidelijke stempel gedrukt. De Fransen hebben hun ambtelijke systeem ingevoerd en de rechtelijke macht naar hun traditie vormgegeven. Bovendien hebben zij de scheiding tussen ‘kerk en staat’ ingevoerd. Iets dat in het Islamitische Sultanaat Marokko een geheel onbekend, onbegrijpelijk en heidens concept was. Daarom is na de onafhankelijkheid in 1956 als reactie een Arabisering doorgevoerd. De Arabisering gebeurde paradoxaal genoeg vanuit oude Franse bestuurssystemen en kantoren in de Ville Nouvelle. Het Frans moest in het openbare leven en als taal van de overheidsinstanties verdwijnen ten gunste van het Arabisch. Daardoor is het grootste deel van de Marokkaanse bevolking zich als Arabier gaan identificeren terwijl hun DNA Berbers is. Deze ‘arabisering’ was dus vooral een politiek/cultureel proces. Inmiddels hadden de bestuursvormen in de Arabische wereld trekjes gekregen van de seculiere systemen van de heersende wereldblokken: Amerika en Rusland. Wat was dus ‘Arabisch’? Kan het zijn dat met de erkenning van de Berbertaal er misschien een nieuwe verschuiving gaat plaatsvinden? Of gaat de hang naar ‘traditionele’ Islam de toekomst bepalen in de vorm van een ‘modernisering’ van de Sharia en een koning die de rol van kalief op zich neemt? Onderschrift: De ingang van de Franse Lycée in Tanger. In de dagen dat wij er tegenover logeerden, werkten twee kunstenaars aan het verfraaien van de voordeur met decoraties van zowel Berberse als Arabische tekst abstracties 3 Tanger

woensdag 15 juli 2015

De herinnering

In heel Marokko zijn sporen van het joodse leven terug te vinden. Maar in Zuid Marokko leeft de herinnering nog voort. Het is een schrijnende herinnering die bol staat van gemis en onbegrip. Evenzeer bij de vertrokken joden zelf. In 2009 heeft het Joods Museum in Amsterdam er een tentoonstelling over gehouden. En dit was de conclusie: ‘De missionarissen van de (Jewish)Agency schetsten de argeloze Marokkaanse Joden een rooskleurig beeld van het beloofde en beloftevolle land waar ze heen gingen. Zij wisten niet wat hun te wachten stond, en dat was weinig goeds.’ Het duurde tot in de jaren negentig eer ze ‘hun’ cultuur weer oppakten. In Marokko zelf was het niet veel anders. De gaten die de families die daar eeuwen lang gewoond hadden in de toch al vaak kleine gemeenschappen achterlieten, zijn nooit meer opgevuld. Wij hoorden en zagen het bij bezoeken aan de plekken van waaruit in 1956 de laatste joden vertrokken waren. Oude mensen hebben het er nog steeds over hoe eerst de Rabbi’s weggingen en hoe toen de families wel moesten volgen. In Tahala liet iemand aan ons een oud bevolkingsregister uit de Franse tijd zien met de namen van alle leden van de joodse families. Hij heeft het geërfd van zijn vader en koestert het in de hoop dat ze nog eens terugkomen. In sommige stadjes en dorpen zoals Ilfrane zijn de Marokkanen zelf begonnen de inmiddels vervallen synagogen op te knappen, soms met hulp van joden uit Amerika. Op het internet schrijft een afstammeling hoe hij hoopt dat er ooit nog eens een negental aanwezig zal zijn om een dienst te houden. Onderschrift: In Ilfrane werken moslims vrijwillig aan het herstel van de Mellah, maar in de winter van 2014/15 is veel werk teniet gedaan door heftige regenval en overstromingen. Marokko ZW 37

Joden

Het is onduidelijk wanneer Joden zich voor het eerst in Marokko vestigden. Er is mij altijd verteld na de vernietiging van de tempel in Jeruzalem door de Romeinen en de daaropvolgende diaspora. Maar nu is de datum teruggeschroefd tot Carthegensische tijden 2500 jaar geleden. Er was sprake dat de joden zich mengden met de berbers en bekend zijn de Berber Joden of Joodse Berbers, maar DNA onderzoek schijnt dit tegen te spreken. Het zal wel voornamelijk over het gebruik van Tamazight als taal en leefgewoonten zijn gegaan. Na de Grote Arabische veroveringen waren er wat strubbelingen met Joodse stammen over loyaliteit, maar al snel kregen ze een plaats in de nieuwe orde. Want Joden die net als Christenen tot gelovigen ‘van het boek’ beschouwd worden en dientengevolge geen ‘afgod aanbidders’ waren, hoefden zich niet tot de Islam te laten bekeren. De Joden woonden op het platteland en in de steden. Hun wijken heetten Mellah naar het woord zout dat met goud het traditioneel handelsartikel van de joden was. Gedurende de hele geschiedenis wisselde de houding van de Marokkaanse heersers voortdurend ten opzichte van de joden die hun beschoren lot in geschriften vastlegden. Maar de allesbepalende culturele verandering voor de Marokkaanse joden kwam met de Inquisitie in Spanje in de 16de eeuw, toen vele ontwikkelde Spaanse joden zich voorgoed in Marokko vestigden. Zij overvleugelden al snel hun plaatselijke geloofsgenoten op alle gebieden. Hun Sefardische liturgie en gewoonten werden uiteindelijk standaard in heel Marokko. Tenslotte nam tijdens WWII de machteloze maar dappere koning van Marokko ‘zijn’ joden in bescherming tegen de Franse overheersers. Daarna begon het missionarissen werk vanuit Israël en verkasten bijna alle Marokkaanse joden naar ‘het beloofde land’. Onderschrift: Vervallen huis van een weggetrokken Joodse familie in Tahala Marokko ZW 49

maandag 13 juli 2015

Over slaven

Een deel van de Marokkaanse bevolking is afstammeling van slaven. De meeste zijn afkomstig uit Sub-Sahara Afrika. Zij werden meegenomen door karavanen en als slaven ingezet om o.a. de oasen te beheren die op de karavaanroutes lagen. Inmiddels zijn ze in de bevolking opgegaan. De Barbarijnse zeerovers uit het noorden voeren op roofjacht naar slaven voor de verkoop helemaal tot in IJsland. Bovendien verdienden ze flink aan de afkoop van gegijzelden zoals Piet Hein en Michiel de Ruijter is overkomen. Een slaaf is iemand die geen zeggenschap over lijf en leven heeft en het bezit is van een ander mens. Slavernij is ouder dan de geschreven geschiedenis. In de Bijbel is slavernij een gegeven en men kan er zelfs regels in vinden voor de behandeling van slaven. Moses leidde het Joodse volk weg uit de slavernij in Egypte. De Arabieren stammen af van Ismaël, zoon van Abraham en Haggar, de Egyptische slavin van zijn vrouw Sarah. Mohammed, Boodschapper Gods, had slaven, kreeg slaven in buit, kocht slaven en maakte ook slaven vrij. In de Koran en de Hadith (tradities) wordt uitgebreid ingegaan op de behandeling en rechten van slaven. Misschien is de Koran de eerste tekst waarin het gaat over rechten en niet over plichten. Vrijheid geven aan een slaaf gold als een goede daad in de Islamitische wereld, maar wat betekende vrijheid voor een vrijgemaakte slaaf? Haggar mocht niet meer de bronnen gebruiken die Abrahams stam toebehoorden. De Franse schrijver Antoine de Saint Exupéry beschrijft in ‘Het rijk der mensen’ hoe in het zuiden van Marokko een slaaf die te oud en krakkemikkig was om nog langer te werken, vrijgelaten werd zodat hij buiten de poort van zijn vroegere eigenaar stierf van honger, dorst en gebrek aan verzorging. Onderschrift: Dadeloogst in één van de oasen de Draavallei, de aanvliegroute van karavanen.

Bert Flint, een Groninger in Marrakesh

Bert Flint van het museum Tiskiwin is een vriend van Bert van het Vliegende Nijlpaard. Bert is meer dan tachtig jaar geleden in Winschoten geboren, maar woont al sinds mensenheugenis in Marrakesh. Hij is de scharrelaar en sjacheraar die gebruiksvoorwerpen uit het Berberse verleden verzamelt, in Marokko en de Berber gerelateerde gebieden rond de Sahara. Hij is de man die de verbanden ziet, niet alleen in de tweede en derde dimensie maar ook in de vierde: de tijd. Voor hem is de groene Sahara even dichtbij als de regering in Rabat waarmee hij een moeizame relatie heeft. Hij is een ziener: de profeet van de Saharacultuur. Vanuit Marrakesh heeft hij door de jaren heen alle karavaanroutes gevolgd. Hij heeft onderweg geluisterd en gehandeld. De neerslag daarvan is te zien in zijn wonderbaarlijke museum dat hij in zijn huis heeft geopend. De mensen komen naar hem met schijnbare prullen en verhalen. Terwijl hij ze situeert in de omgeving die hij kent en de dingen die hij heeft gezien en ze een plaats geeft in de keten van andere voorwerpen, groeit zijn overtuiging dat alles om de Sahara heen gerelateerd is met Marokko. Hij ziet zelfs het Oude Egypte in Marokko. Wat niet zo gek is, want in de Siwa oase in Egypte wordt Tamazight gesproken en er heeft een Libisch-Berberse Pharao dynastie in Egypte geregeerd. Vandaar zijn vriendschap met Bert die van huis uit Egyptologe is. Na een uurtje met Bert Flint weet je dat tijd in Marokko niet lineair verloopt, maar alleen een matrix is om gebeurtenissen een context te geven. Het gaat er niet om hoe oud een iets is, maar waarvoor en door wie het gebruikt is. Onderschrift: Bert van Het Vliegende Nijlpaard op zoek naar mooie dingen, maar niet in de winkel van deze handelaar in Tinerhir waar alle toeristenbussen stoppen. 41 Marokko

zondag 12 juli 2015

Khetarra

Jaarlijks valt er levengevende regen en sneeuw in de Hoge Atlas. Uiteindelijk moet het via allerlei ondergrondse en bovengrondse stromen de dorstige vlakten bereiken. Maar hoe reguleer je deze onregelmatige, seizoengebonden waterstromen? Dadelpalmen bijvoorbeeld zijn gebaat bij een goede waterhuishouding. Na de Grote Arabische veroveringen werd al snel een uit Perzië afkomstig systeem van z.g. Khettara aangelegd. Khettara zijn ondergrondse tunnels waarin het water dat in zand aanwezig is, zich druppelsgewijs verzamelt. Khettara zijn meestal vele kilometers lang. Overal zijn vanaf het aardoppervlak schachten die in verbinding staan met de tunnels. Van daaruit wordt water geput en wordt naar beneden afgedaald om onderhoud te plegen. In de hele oude Khettara zwemmen ook vissen. Belangrijk is dat de hoeveelheid water in de Khettara overeenkomt met de gebruiksbehoefte. Deze balans was vaak vastgelegd in overeenkomsten. Echter met de komst van de Fransen is de hele zaak overhoop gehaald zo is mij jaren geleden in het zuiden van Algerije verteld. De Fransen introduceerden de dieselpomp die, zo dachten ze, beter werkte dan de Khettara omdat ze een groter watervolume ineens leverden en minder onderhoud zouden vergen. Later kwam er ook nog de aanleg van stuwdammen bij en de moderne technieken van diepte boringen. Maar hiermee is ook de zekerheid dat er altijd water voorradig is, verdwenen. Nu zijn alleen nog maar hier en daar werkende Khettara over. Kostbaar drinkwater komt in flessen die overal commercieel verkocht worden. Je vraagt je af welke diepe bronnen daarvoor aangeboord mogen worden en wie de winst ervan opstrijkt. Onderschrift: Boven de Hoge Atlas voltrekt zich een noodweer. (40 Marokko)

zaterdag 11 juli 2015

De zegen van regen

Bert vertelde dat het tien jaar niet ‘echt’ geregend had in de Sous. Er waren kinderen die nog nooit bloemen hadden gezien. Maar toen de regen dan ook eindelijk in alle hevigheid losbarstte, bloeide de woestijn en de droge berghellingen. Natuurlijk waren er ook verwoestende overstromingen omdat de rivierbeddingen de watervloed zo snel niet konden verwerken en de droge, harde grond het niet kon absorberen. Water is zo’n belangrijk aspect in het leven dat menig Marokkaan er meteen over begint. We zaten nog maar net in de auto met Mohammed de Chauffeur en waren Marrakesh nog niet uit of hij had al wat te zeggen over het groene gras van de golfcourses en de multinationale olijfboomgaarden die wél water kregen, maar de uitgedroogde velden van de dorpsgemeenschap niet. Hassan uit Tamegroute klaagde dat ‘De Koning alle water voor zichzelf houdt’. De opmerking sloeg op de dam in de bovenloop van de Draa waar de koning inderdaad een buitenverblijf heeft. Maar Hassan doelde op de rantsoenering van water waardoor een familie alleen éénmaal per week water kon tappen voor huishoudelijk gebruik. Wij reden over de weg tussen Ouarzazate en Errichidia ter hoogte van Boumane toen boven de Hoge Atlas een noodweer losbarstte. Alhoewel het noodweer duidelijk waarneembaar was, gebeurde waar wij waren niets. Regen is een kostbaar iets in Marokko waar de woestijn steeds meer ruimte opeist. Onderschrift: een moeder met twee zoontjes die met een kruiwagen vol plastic flessen op weg zijn naar de gemeenschappelijke waterkraan in de kasba van de oase van Ferkla. (43 Marokko)

vrijdag 10 juli 2015

De Sahara

De Sahara woestijn scheidt het noorden van de rest van Afrika. Net zoals in de geschiedenis de Middellandse Zee het focuspunt was van de Europese cultuur zo was de Sahara de Mare Nostrum van de Berbers. Zij doorkliefden deze zee van zand op hun kamelen. En net zoals er in de Middellandsezee eilanden zijn en zee routes zo zijn er in de Sahara oases en karavaanroutes. De Marokkaanse Berbers volgden meerdere vaste routes naar Mali, Niger, Libië en Senegal. Met de volken daar verhandelden zij: zout, goud, zilver, dadels, textiel, slaven en wapens. Tegenwoordig levert de Sahara vooral fosfaat. Mohammed de Chauffeur zei toen we de eerste acacia in een verder dor landschap zagen staan: ‘Nu zijn we in de woestijn.’ Ergo zonder acacia’s is er geen woestijn. De lucht in de woestijn is zo droog dat vocht makkelijk verdampt. Daar hebben de bewoners al eeuwen lang van geprofiteerd met hun sanitaire voorzieningen. In de oases hebben de lemen huizen één kamer die vier muren, geen deur, maar wel een gat in het dak heeft. Door het gat doe je je behoefte. Wat in ons land een vieze stinkende smurrie zou worden, verdroogt daar onmiddellijk en alleen een poederachtige substantie blijft over. Zo nu en dan maakt men een gaatje onder in de muur en haalt de ‘mest’ eruit. De rivier de Draa bepaalt het aanzien van de Sahara binnen de grenzen van Marokko. De rivier vindt z’n oorsprong in de oostelijke hellingen van de Hoge Atlas. Vanaf Agdz kronkelt de Draa door de vruchtbare Draavallei in oostelijke richting. Over een afstand van ongeveer 200 km bevloeit het zes oasen. Vanaf Tagounite lijkt de rivier te verdwijnen in het zand van de Sahara. Maar in werkelijkheid buigt de Draa zich ineens in westelijke richting en zet zich zuidelijk van de Anti Atlas tot aan de Atlantische Oceaan voort. De rivierbedding staat van daar af nagenoeg altijd droog. Langs de hele loop van de Draa zijn duizenden jaren oude rotstekeningen en schilderingen gevonden. De z.g. Venus van Tan Tan komt bij de benedenloop vandaan. Het is mogelijk het oudste beeldje ooit gevonden. Onderschrift: Het zand van de Sahara dringt steeds verder Marokko binnen. Een deel van de oase Nesrate in de Draavallei is inmiddels opgeslokt.29 Marokko

donderdag 9 juli 2015

De Berbers

Berbers bevolken sinds mensenheugenis de Magreb, het noordwesten van Afrika en Marokko is het Berberland bij uitstek. Berbers woonden er al toen Europa bedekt was met ijs en de Sahara groen was. Toen het ijs naar het noorden opschoof en de Sahara veranderde in een onbewoonbare woestijn bevonden Berberstammen zoals de Toeareg zich zowel aan de zuid als aan de noordkant ervan. De twee Berbers die erg belangrijk zijn geweest voor het aanzien van de wereld zijn de 5de eeuwse filosoof Augustinus en Ibn Khaldoun die in de 14de eeuw geschiedschrijving tot wetenschap heeft gemaakt. Ibn Khaldoun heeft bovendien de Marokkaanse Berbers status gegeven in de geschiedenis door verschillende van hun koninkrijken te beschrijven. Het Tamazight, de taal van de Berbers, wordt gesproken door meer dan de helft van de Marokkanen. In iedere streek en in iedere stam is een ander dialect in zwang. Pas in 2011 is het Tamazight als officiële taal erkend. Daarvoor was de taal verboden op scholen en in de staatsmedia. Met de toenemende alfabetisering is er een verlangen ontstaan om de eigen taal te kunnen schrijven. Hoe het geschreven wordt, is echter een twistpunt. Volgens de bronnen die ik raadpleegde is er geen oorspronkelijk alfabet gevonden. De historische teksten die er zijn, zouden slechts bestaan uit summiere aanduidingen. Sommige Berber activisten willen dat hun taal op de Europese manier wordt geschreven, anderen die een sterke Islamitische identiteit nastreven, willen dat het in het Arabische schrift wordt gesteld, terwijl weer anderen de Toearegse variant gebruiken die wel een alfabet heeft. Tenslotte heeft men voor het Toearegs of Tifinagh, gekozen ondanks het politiek ongunstige feit dat de Toearegs in hun sub-Sahara gebieden voor onafhankelijkheid vechten. Ibn Khaldoun beweert dat het Arabisch een fonetisch gespelde taal is waarin de klanken van iedere taal getransponeerd kunnen worden. In de bibliotheek van Tamagroute zijn 15de eeuwse handschriften in het Berbers waarin dan ook het Arabische alfabet gebruikt wordt. Onderschrift: Op het plein in Taroudant 22 Marokko ZW

woensdag 8 juli 2015

Islam en ik

Ondanks dat ik van huis uit ongelovig ben, ben ik altijd gefascineerd geweest door Islam en waar het voor staat. Net zoals Geert Wilders overigens, mag ik wel zeggen. Alleen: ik ben tot andere conclusies gekomen. Als kind werd ik voorgelezen uit Duizend en één Nacht. De wereld die me daarin werd voorgetoverd, heeft mij blijvend gecharmeerd. Toen ik mijn vleugels uitsloeg was het dan ook in oostelijke richting. In de loop van de jaren heb ik mij verdiept in Islam als godsdienst, filosofie, sociale beweging en cultuurdrager. Ik ben er niet ‘gelovig’ door geworden, maar ik heb wel respect toegevoegd aan mijn liefde voor de ‘Islamitische cultuur’. Een respect dat mijn romantisch oriëntalistische uitgangspunt overstijgt. Als ‘westerse’ vrouw en lesbienne zouden er veel facetten in Islam moeten zijn die recht tegen mijn levenswijze in zouden moeten gaan, maar ik vind dat nogal relatief. Islam is perslot begonnen als een emancipatoire beweging. En gelukkig bestaat homoseksualiteit in alle culturen en in de Islamitische cultuur heeft het een zeer rijke traditie zowel in de literatuur, als in het dagelijks leven. Het heeft echter geen aparte naam en is daarom niet letterlijk gedefinieerd. Alhoewel vormen ervan in de Fiqh (de Islamitische jurisprudentie) terug te vinden zijn. Intussen volg ik met spanning de laatste ontwikkelingen en de veranderingen die op gang gezet zijn en die weet ik waar naar toe kunnen leiden. Onderschrift: Een opengeslagen pagina uit een oud manuscript dat te zien is in de bibliotheek van de madrassa van Tamegroute en dat de afdruk van de sandalen van Mohammed voorstelt. (34 Marokko)

dinsdag 7 juli 2015

Islam

In Marokko wordt veel gedaan om toeristen te trekken en het naar de zin te maken. Maar hun godsdienst houden ze helemaal voor zichzelf. In Marokko is de Soennische Islam een monolithische brok godsbeleving die rotsvast is verankerd in de gemeenschap net als de identieke minaretten die je overal ziet. Iets anders is er niet of nauwelijks. Behalve de luidde roep tot gebed op gezette tijden van de dag, merk je er als toerist verder weinig van. Als ongelovige wordt ik in Marokko niet binnengelaten in moskeeën. Daardoor bleef ik letterlijk een buitenstaander. Volgens Mohammed, een vriend, is het een historisch gegroeid gegeven. De Fransen respecteerden niet de immuniteit van de moskee zoals ze dat wel met kerken deden, en vervolgden mensen tot in de gebedsruimte. In respons mogen wij nu helemaal niet meer naar binnen. Islam wordt, dankzij de strikte voorschriften, overal en door iedereen op dezelfde manier beleden. Er zijn echter genoeg variaties in interpretatie die vooral zichtbaar wordt gemaakt in de mode. Zo is er een groot verschil in de manier waarop vrouwen zich kleden zelfs binnen één familie. Dat verlevendigt het straatbeeld enorm. Zoals overal in de Islamitische wereld zie je ook in Marrakesh en andere grote steden een aanzienlijk aantal jonge mannen met iets te korte broeken, lange hemden en pluizige groei onder de kin als uiting van het gevoel van onrecht dat zij vinden dat hun is aangedaan door deze goddeloze wereld. In dit uniform denken ze terug te kunnen keren naar de z.g. authenticiteit van de oorspronkelijke Islam. Onderschrift: De Koutoubia Minaret in Marrakesh. Gebouwd in de twaalfde eeuw zijn de architectuur en decoraties nog steeds toonzettend voor alle minaretten. 04a Marokko

maandag 6 juli 2015

Overnachten in Marokko

Kooplieden in d’oude tijd wilden dicht bij hun waren blijven ook als ze op reis waren. In de Medina’s waren de Funduqs niet alleen opslagplaatsen van goederen, maar ook verbleven er bezoekende kooplieden. Toeristen in die tijd, en die waren er, niet alleen uit de Islamitische wereld, maar ook uit ‘Het Westen’, verbleven als ‘gast’ in paleizen, Madrassa’s en bij rijke particulieren. Met de Fransen kwamen de hotels in de Ville Nouvelle. In de zestiger jaren van de vorige eeuw kwam het rugzaktoerisme op gang. Die jonge avonturiers wilden het ‘echte’ Marokko beleven en daar hoorde de hotels in de Ville Nouvelle niet toe. Ik herinner mij dat in de korte week in 1969 dat ik met vrienden in Marokko was, wij in Funduqs overnachten. Al snel resen de goedkope ‘hostels’ als paddenstoelen uit de grond in de Medina’s. Comfort was er niet, maar ‘echt’ was het wel. Tenminste dat dachten de rugzaktoeristen. Aan het einde van de 20ste eeuw kwam het grootschalig strandtoerisme op gang vooral rond Agadir. Daarvoor werden grote hotels gebouwd door internationale ketens. De Franse hotelletjes in de Ville Nouvelle hadden inmiddels hun beste tijd gehad en werden vervangen door grotere, modernere varianten in alle prijsklassen van Ibis tot Hilton. Er ontstond een gat in de toeristenmarkt: steeds vaker kwamen er bezoekers die niet tot een reisgroep behoorden en die geen zin hadden in de grote hotels of de goedkope hostels. Wie ging dat opvullen en met wat? In het prille begin van de 21ste eeuw gingen Marokkanen in de Medina hun huis openstellen als pension of op z’n Engels B&B of op z’n Marokkaans Riad. Europeanen volgden. Zij gingen oude Dar’s en Riad’s in de Medina kopen en opknappen. Het werd in korte tijd een eclatant succes. Later kwamen er ook nog Eco-hotels bij voor de toerist die het ‘echte’ met het ‘goede’ wilde combineren. Onderschrift: Riad Zahra in Meknes 43 Meknes ‘14

zondag 5 juli 2015

De Ville Nouvelle

Toen de Fransen het bestuur van Marokko overnamen in 1912 lieten ze de Medina’s voor wat ze waren en bouwden eigen steden pal er naast de Ville Nouvelles. Deze gloednieuwe steden waren geïnspireerd door Haussmanns modernisering van Parijs. Verder leken ze op iedere willekeurige departementale hoofdstad in Frankrijk met boulevards, café’s en terrasjes. En met postkantoren en bestuurlijke gebouwen die nodig zijn om de Franse stijl van regeren te ondersteunen en honderden zo niet duizenden pennenlikkers te herbergen. De Fransen zetten behalve hun eigen winkels en handelshuizen ook eigen kerken en scholen op. In Marrakesh herinnert de naam van de wijk Gueliz nog aan de Eglise (kerk) die er stond. Het is wonderbaarlijk hoe grondig de Fransen te werk zijn gegaan om hun stempel op Marokko te drukken en dat in een relatief korte tijdsspanne namelijk tussen 1912 en 1956 toen Marokko weer een onafhankelijk koninkrijk werd. De hotels in de Ville Nouvelle waren ook net zoals in Frankrijk. Ouderen onder ons herinneren zich nog wel zo’n typisch Frans hotel met namen als À la Poste en Terminus, waar de afvoer niet alleen luidruchtig gorgelde en maar ook vaak verstopte en waar je naar hartenlust kon genieten van je buren dankzij de dunne muren die de kamers scheidden. Onderschrift: Met de Ville Nouvelle werd ook de bioscoop geïntroduceerd. De naam van dit vervallen exemplaar reflecteert de Spaanse invloed in Tanger : de kashba bioscoop. Ik tekende vanaf het terras van Café Colon (de Koloniaal) 06 Tanger ‘14

zaterdag 4 juli 2015

De medina

De Medina betekent in Marokko de Oude Stad. Het woord Medina voor stad heeft zijn oorsprong in de tijd dat de Profeet Mohammed die in Mekka geboren en getogen was naar de oase van Yatrib verkaste waar zijn moeder vandaan kwam en waar hij veilig was. Daar ontstond rond de eerste moskee een centrum van gelovigen en activiteit die later uitgroeide tot een stad: Medina. In Marokko zijn de Medina’s of oude stadskernen, vaak goed bewaard gebleven en daarom interessant voor de toeristen. De straten zijn smal als nauwe gangen en de muren van de huizen reiken hoog. Helaas is het meestal onmogelijk om er op een dorpel te zitten tekenen zonder van de sokken gereden te worden door brommers, te stikken in de walmen van uitlaatgassen of platgedrukt te worden door zwaarbeladen ezels. Om toch een goed beeld te krijgen moest ik omhoog, de daken op. Daar vond ik een tweede stad met tuinen, katten, restaurants en satelliet schotels. Het familieleven is traditioneel naar binnen gekeerd achter de vaak blinde muren en rond de koelende binnenplaats. De huizen met een binnentuin heetten oorspronkelijk Riads. De huizen met een lichtkoker als binnenplaats werden Dar genoemd. De economische activiteit vond plaats in de markten (Soek), de pakhuizen (Funduq) en op straat. Voor de verlichting van de ziel zijn er moskeeën en Madrassa’s (scholen). Parken en waterpartijen die niet mogen ontbreken, zijn voor het aangenaam verpozen. Een stadsmuur met poorten (Bab) en een fort (Kasba) beschermden de Medina tegen onwelkome gasten. Onderschrift: een stukje Medina in Marrakesh met de minaret van de Kasba. De palmen behoren tot een park. De toppen van Hoge Atlas zijn in de verte te zien 07 Marokko

vrijdag 3 juli 2015

Stad en platteland

Volubilis was de eerste stad in Marokko. Het is door de Romeinen gesticht en had twee doelen: een landbouw centrum te zijn en een hub voor de jacht op wilde beesten voor de arena’s van Rome. Islam bracht handel, cultuur en bestuur met de daarbij behorende markten en opslagplaatsen, scholen, moskeeën en gerechtshoven, en paleizen en kazernes. Bouw er een muur met poorten omheen voeg er parken aan toe en je hebt een stad. Marokko heeft vier grote zogenaamde Koningssteden: Marrakesh, Meknes, Fes en Rabat. Ieder van deze steden is ooit hoofdstad geweest en Rabat is het nog. Het grootste deel van Marokko is platteland. Toen en nu. Mensen leven op het platteland meestal erg geïsoleerd en in een cocon van eigen tradities. Vanuit het perspectief van de stadsbewoner wordt het als problematisch gezien. De koning heeft daarom een decreet uitgevaardigd dat ieder dorp recht heeft op een geasfalteerde verbinding met de buitenwereld. De implementatie daarvan zal nog wel duren. Aan de positieve kant van het spectrum staat dat het dagelijks leven op het platteland nauw verbonden is met het landschap en met wat het klimaat biedt. Het leven wordt niet geleefd ondanks de omgeving maar dankzij de omgeving. Het is een onderscheid dat Ibn Khaldoun in zijn Geschiedenis van de Wereld al in de 14de eeuw zo belangrijk vond dat hij er hele theorieën op los heeft gelaten. Mensen die in de steden wonen hebben volgens hem alle contact met ‘de natuur’ en het ‘natuurlijke leven’ verloren en zijn daardoor ongezonder, perverser en corrupter dan bijvoorbeeld de ‘eenvoudig’ levende Bedoeïen. Klinkt dat bekend in de oren? Onderschrift: Imlil: het einde van de geplaveide weg en het kruispunt vanwaar de paden naar diverse bestemmingen in de bergen voeren. Twee dames zijn net met de bus aangekomen en wachten op het laden van de muilezels zodat ze hun inkopen of bezittingen naar hun bestemming kunnen brengen. 56 Marokko

donderdag 2 juli 2015

Bereikbaarheid

Marokko was per definitie ver weg. Behalve voor de Spanjaarden met wie Marokkanen de Andalusische cultuur deelden. Bovendien is Marokko een groot en uitgestrekt land. De Romeinen konden er niet echt vat op krijgen, de Cartagensen al helemaal niet. Tijdens de Grote Arabische veroveringen direct na de dood van de Profeet Mohammed, hadden de altijd zegevierende Arabische troepen moeite de aanvoerlijnen open te houden tot en met Marokko en werden afhankelijk van de lokale heersers. Vanaf de herovering van Spanje door de Christenen werd Marokko ook voor de Spanjaarden moeilijk bereikbaar. Daar zorgden de Barbarijnse zeerovers wel voor die de Middellandsezeekust in hun broekzak hadden. Met de gebieden rond de Sahara is bereikbaarheid nooit een probleem geweest. De karavaanroutes hebben altijd goed gewerkt, alsof het natuurlijke communicatie kanalen waren. Tegenwoordig is dat wel anders. Het politieke klimaat heeft ervoor gezorgd dat de Sahara grenzen met Algerije gesloten zijn. Marokko is echter nog nooit zo bereikbaar geweest voor Europeanen als nu. Vanuit Nederland vlieg je naar diverse bestemmingen in Marokko. Soms meerdere malen per week en zelfs per dag. Marokko is wat dat betreft naast de deur. Omgekeerd is anders. Europa houdt z’n grenzen angstvallig gesloten. En voor vluchtelingen uit Sub Sahara Afrika die in Marokko Spanje zeer nabij weten, is het verder weg dan ooit. Onderschrift: Het vliegtuig van Transavia staat te wachten om mij naar Casablance, Marrakesh of Agadir te brengen 01 MarokkoZW'14